We zijn in Nederland nog altijd bijzonder bescheiden als het gaat om champagne-consumptie. Op jaarbasis drinken we met alle inwoners bij elkaar zo’n drie miljoen flessen. Waarvan ruim 1/3 deel met de jaarwisseling … Wanneer we dan even verder rekenen dan blijkt dat de gemiddelde Nederlander (boven de 18 jaar) nog niet eens 1 glas champagne drinkt op jaarbasis. Dat is wel erg sober… Waarom wel € 30,-, € 40,- of € 50,- uitgeven aan een knappe fles wit en niet aan een goede champagne? Terwijl het niet alleen feestelijk is, maar ook gewoon ontzettend lekker! En champagne is op heel veel momenten inzetbaar bovendien.
In 1920 stichtte Armand-Raphaël Graser het champagnedomein AR Lenoble. Graser, afkomstig uit de Elzas, verhuisde in 1915 met zijn vrouw en kinderen naar de Champagne. Het jonge gezin vestigt zich in Daméry en enkele jaren later, in 1920, worden de eerste champagnes onder de naam AR Lenoble op de markt gebracht. Door een tragisch ongeval komt hij in 1947 om het leven. Zijn zoon Joseph Graser neemt het domein dan over en inmiddels, een kleine eeuw na de oprichting, zijn het de achterkleinkinderen van Armand Raphaël Graser, Anne en Antoine Malassagne, die het domein onder hun hoede hebben.
Sinds Anne en Antoine Malassagne in 1993 samen het bezit van hun vader overnamen, ligt de focus op niets anders dan kwaliteit en een vrijwel continue kwaliteitsprogressie. Met resultaat. In grote (inter)nationale proeverijen en rankings scoren de champagnes van Lenoble altijd hoog. Menig grote ‘merk’-champagne verbleekt bij de kwaliteit van de champagnes van broer en zus Malassagne uit Daméry. Wanneer we kijken naar de prijs-kwaliteitverhouding, dan pakken de resultaten pas écht gunstig uit. Immers, bij de grote namen is het uiteindelijk de consument die -fors- betaalt voor de enorme marketingbudgetten waar de grote namen mee werken. De ware liefhebber weet wel beter en betaalt liever voor de inhoud van de fles.
In 1993 besloten Anne en Antoine om hun zogenaamde reserve-wijnen (die een groot deel uitmaken van de uiteindelijke assemblage) te laten rijpen op houten vaten van 225 liter. Enkele jaren later werden daar cuves, eveneens van hout, van 5000 liter aan toegevoegd. Immers, in grotere vaten rijpt de wijn geleidelijker en een langere rijping resulteert uiteindelijk in een grotere mate van complexiteit in het eindproduct.
Sinds 2010 bottelen Anne en Antoine deze reservewijnen in magnumflessen, afgesloten met een natuurkurk. Door de natuurlijke afsluiting is het contact met zuurstof vrijwel te verwaarlozen en doordat de verhouding wijn ten opzichte van de hoeveelheid CO2 in de magnumfles optimaal is (beter dan in een fles van regulier formaat!), wint de wijn enorm aan complexiteit. Deze magnums vormen uiteindelijk de basis voor de definitieve assemblage. Vandaar de term MAG, gevolgd door de jaargang waarmee de reservewijnen zijn aangevuld. Na de assemblage wordt de champagne gebotteld in flessen van 0,75 liter (en groter) en rusten de wijnen nog eens 3 jaar in de kelders in Daméry. Wanneer we in ogenschouw nemen dat 15 maanden de minimale rijpingsduur is voor champagne, beseffen we ons wederom dat de focus echt puur en alleen ligt op kwaliteit. De werkwijze die broer en zus Malassagne hanteren, verdient grote bewondering en respect.